September vind ik geweldig. Met een beetje geluk is het nog zonnig genoeg om te doen alsof het zomer is en tegelijkertijd liggen de pepernoten alweer in de winkels en knisperen bladeren onder je voeten. Dat ‘best-of-both-worlds’ heb ik van de week maar eens in een nieuw gerecht gestopt.
Eén ingrediënt is een beetje speciaal: manlief had vorige maand ingemaakte limoenen gemaakt, dat moet wel een maand staan voor het bruikbaar is. Nu was het klaar, maar nog geen gerecht waarvoor het geschikt was. Daarom maar twee klassiekers gemengd. Pas toen we aan tafel zaten wist ik zeker dat ’t lekker was.
Ingrediënten voor twee personen
- 150 gram couscous
- 200-300 gram kipfilet in stukjes
- 2 eetlepels ingemaakte limoenen
- 1 eetlepel honing
- 1 eetlepel olijfolie
- 1 theelepel gember (fijngehakt)
- 2 knoflookteentjes (fijngehakt)
- 1 courgette in halve schijven
- 1 handvol gedroogde abrikozen
- Kaneel
- Kardemon
- Nootmuskaat
- Kruidnagel
- Peper en zout
Bereidwijze:
Laat de abrikozen wellen in warm water.
Maak een mengsel van de ingelegde limoenen, honing, olijfolie, gember en knoflook.
Schep dit bij de stukjes kip en laat, als het kan, even staan.
Kook ondertussen water voor de couscous en maak die klaar zoals op de verpakking vermeld.
Breng in een roerbakpan wat olie op temperatuur en gooi er vervolgens, op hoog vuur, het kipmengsel in.
Schroei de kip dicht en zet daarna het vuur lager. Voeg de courgettestukjes en de abrikozen toe, inclusief wat van het water waarin ze welden. Voeg, naar smaak, de specerijen toe. Laat dit allemaal garen tot de courgette gaar is.
Serveer met de couscous en geniet van de Septemberzon.