Ze heeft een nieuw boek, Marilynne Robinson. Met een naam alsof ze van het Amerikaanse platteland komt (dat komt ze ook echt), maar schrijvend met zoveel eruditie, het enige woord dat erbij past, dat mijn hoofd soms tolt van de kennis, wijsheid en kwinkslagen in één alinea.
Ik werk me al weken door ‘When I was a Child I Read Books’, heen, maar dat gaat niet zo snel alleen in de bus naar mijn werk. Het is ook best zware kost, als een heel machtige chocoladetaart met laagjes waar ik telkens weer door word verrast. Ik kan er gewoon lang mee doen.
Nu is er dus een nieuw boek, Lila. Deel drie van een trilogy die begon met Gilead. Dat boek, een soort van brief van een 70-jarige dominee aan zijn heel jonge zoon, maakte indruk op me. Lila staat dus op mijn leesverlanglijstje voor de winter.
Een journalist van de New York Times bracht een paar dagen met Marilynne Robinson door en beschreef het hier. Smullen!
“This is a stupid metaphor: Cuttlefish have these amazing brains. Very beautiful. And they live about two years. In the economics of biology, there’s not a lot of value in that much brain for a creature that lives so briefly. It could be part of the problem that we don’t properly estimate the intelligence of any creature. They are so brilliant that there’s a sort of economic problem in the idea that they could live briefly once, under unfavorable circumstances. And that’s that.”
“We were positively encouraged to create for ourselves minds we would want to live with. I had teachers articulate that to me: ‘You have to live with your mind your whole life.’ You build your mind, so make it into something you want to live with.”